Overgrote meerderheid werknemers acht verliezen werk onwaarschijnlijk

Bijna drie op de tien werkgevers denken dat hun organisatie blijvend moet veranderen om te kunnen voortbestaan. Een derde van de werkgevers zegt dat om- of bijscholing van werknemers noodzakelijk is om ze voor te bereiden op de veranderende toekomst. Dat blijkt uit onderzoek van Indeed onder 510 werkgevers/algemeen managers en 1066 werkende Nederlanders.

Werkgevers maken zich wel zorgen

Een derde van de werkgevers maakt zich zorgen over het voortbestaan van hun organisatie. Zeker als de coronacrisis en bijbehorende maatregelen nog lang aanhouden. 14 procent geeft zelfs aan dat de organisatie dusdanige schade heeft opgelopen dat het niet zeker is of de organisatie dat te boven komt.

Arjan Vissers, verantwoordelijk voor strategie bij Indeed: “Ondanks dat werkgevers het belang van om- en bijscholing erkennen als onderdeel van de route naar herstel, wordt hier ondanks de oproep van premier Rutte nog beperkt op gefocust. Na een periode van afwachten en schade beperken ontstaat er voor werkgevers nu meer ruimte om zich te bezinnen op de toekomst en daar de organisatiekoers op aan te passen.”

Werknemers vrezen negatieve gevolgen coronacrisis minder

37 procent van de werknemers verwacht dat hun sector voor langere tijd negatieve gevolgen zal ondervinden van de coronacrisis. Ruim 90 procent acht het echter niet waarschijnlijk hierdoor zijn of haar baan te verliezen. Ook de inhoud van de baan staat volgens werknemers niet ter discussie. De overgrote meerderheid (92 procent) van de werknemers vindt dat de inhoud van hun baan na de corona-uitbraak nog even relevant of zelfs relevanter is voor de maatschappij dan voor de corona-uitbraak.

Ruim zeven op de tien werknemers is dan ook van mening dat ze zelf geen andere vaardigheden nodig hebben om hun huidige functie goed te kunnen blijven uitvoeren en/of om op de langere termijn aan het werk te blijven.

Bij- of omscholing middel

De helft van de werknemers geeft aan dat om- en bijscholing wel degelijk een middel is om relevanter/waardevoller te kunnen worden voor de arbeidsmarkt in het algemeen. Vier op de tien staan dan ook open voor omscholing naar een andere functie. Werknemers zien hier dus echter nog minder aanleiding toe.

Vissers: “Mogelijk spelen de overheidsmaatregelen om ontslagen en faillissementen te voorkomen een rol in het verschil van perceptie tussen werkgevers en werknemers. Werkgevers moeten ook op langere termijn in staat zijn om te kunnen voortbestaan. En de huidige maatregelen zijn voornamelijk bedoeld om werknemers in dienst te kunnen houden. Een groot deel van de werkgevers zegt wel degelijk te moeten veranderen, andere kosten lopen immers ook door.”

Beperkt aanbod van om- en bijscholing

Om- en bijscholing is vooralsnog beperkt aangeboden aan werknemers. Dit terwijl ruim twee derde van de werkgevers vindt dat de organisatie ook (mede)verantwoordelijk is voor de toekomstbestendigheid van de werknemers zelf.

Slechts een tiende van de werkgevers heeft om- of bijscholing aan alle of een deel van de medewerkers aangeboden. De voornaamste reden was het gebrek aan een directe aanleiding (75 procent), gevolgd door tijdgebrek (9 procent). Een krappe helft van de werkgevers zegt hier wel financieel ruimte voor te hebben.

Een deel van de werkgevers heeft de coronaperiode aangegrepen om juist te versnellen als het gaat om ontwikkeling en scholing. 14 procent van de werkgevers/managers zegt dat dit bij hun organisatie het geval is.

Over het onderzoek

Het onderzoek is uitgevoerd door PanelWizard, onderdeel van Kien Onderzoek, in opdracht van Indeed. Het onderzoek is uitgevoerd onder een onafhankelijk panel van 510 Nederlandse zelfstandig ondernemers met personeel en Nederlanders die werkzaam zijn in loondienst en eindverantwoordelijk en/of (mede)beslissend zijn op het gebied van algemeen management, en 1066 werkende Nederlanders van 16 jaar of ouder.